Landhuizen van Curaçao: van plantages tot musea

Wie door Curaçao rijdt, ziet ze al snel opduiken: grote statige gebouwen in pasteltinten, vaak boven op een heuvel gelegen. Dit zijn de landhuizen van Curaçao. Ooit gebouwd als plantagehuizen tijdens de koloniale periode, zijn ze tegenwoordig een belangrijk onderdeel van het culturele erfgoed van het eiland. Sommige zijn omgetoverd tot musea of restaurants, andere staan nog altijd als stille getuigen van een verleden vol verhalen. We nemen je mee langs een paar bijzondere landhuizen.

Een stukje geschiedenis

De meeste landhuizen op Curaçao stammen uit de 18e en 19e eeuw. Ze waren het middelpunt van een plantage, waar gewassen zoals aloë, maïs of katoen werden verbouwd. Het landhuis zelf diende als woonhuis van de eigenaar, terwijl de omliggende gebouwen ruimte boden voor opslag en de huisvesting van arbeiders. Door hun ligging op een heuvel hadden de landhuizen een goed overzicht op het land en vaak ook een verkoelend briesje. Veel van deze gebouwen zijn nog steeds in goede staat, mede dankzij restauraties, en geven een uniek inkijkje in de geschiedenis van het eiland.

 

Landhuis Brakkeput Mei Mei

Een van de bekendste landhuizen is Landhuis Brakkeput Mei Mei, gelegen aan de Caracasbaaiweg. Dit landhuis werd gebouwd in de 18e eeuw en is een prachtig voorbeeld van de traditionele architectuur: dikke muren, hoge plafonds en een groot terras met uitzicht.

Vandaag de dag is Brakkeput Mei Mei een bruisende plek waar cultuur en gastronomie samenkomen. Het landhuis herbergt een sfeervol restaurant, bekend om zijn gevarieerde menu en gezellige ambiance. Regelmatig worden er ook evenementen en feesten georganiseerd. Zo is dit historische gebouw niet alleen een plek om te dineren, maar ook om te beleven.

 

Landhuis Chobolobo

Wie Curaçao zegt, zegt Blue Curaçao. En dat brengt ons bij Landhuis Chobolobo, een van de meest bezochte landhuizen van het eiland. Hier wordt sinds de 19e eeuw de beroemde likeur gemaakt.

Het statige Landhuis Chobolobo werd begin 19e eeuw gebouwd op een terrein van ongeveer 10 hectare, in de buurt van Schottegat. Anders dan veel andere landhuizen was Chobolobo waarschijnlijk altijd bedoeld als woonhuis voor welgestelde kooplieden en niet zozeer als plantagecentrum.

Een bijzonder element van dit landgoed is de link met de Valencia-sinaasappel, die de Spanjaarden in 1499 naar Curaçao brachten. Het fruit bleek ongeschikt voor de lokale bodem en veranderde in een bittere variant die zelfs geiten lieten staan. Eeuwen later ontdekte men echter dat de schil van deze vruchten een geurige olie bevatte — de basis voor de wereldberoemde Blue Curaçao-likeur.

Sinds 1946 is Landhuis Chobolobo de thuisbasis van distilleerderij Senior & Co., de enige producent van de échte Blue Curaçao. Tijdens een rondleiding kun je het productieproces van dichtbij bekijken, meer leren over de geschiedenis en natuurlijk zelf proeven. Daarmee is Chobolobo een perfecte mix van erfgoed, cultuur en smaak.

 

Landhuis Bloemhof

Een ander bijzonder landhuis is Landhuis Bloemhof, dat tegenwoordig dienstdoet als cultureel centrum. Hier komen kunst, geschiedenis en natuur samen. Naast tentoonstellingen van lokale en internationale kunstenaars vind je er een prachtige tuin, de Kathedraal van Doornen, een kunstwerk op zich. Bloemhof laat zien dat de oude landhuizen van Curaçao niet alleen historische monumenten zijn, maar ook een inspiratiebron voor nieuwe generaties.

Landhuis Rooi Catootje

Landhuis Rooi Catootje stond oorspronkelijk op de plantage Rust en Vree, zo’n dertig hectare groot, in het buurtschap Rooi Catootje. Het koloniale huis werd rond 1820 gebouwd en fungeerde vooral als landhuis. Een “rooij” is een traditioneel drainagesysteem voor regenwater, precies het soort geul dat het landschap hier vormgaf. Rooi Catootje is bovendien historisch waardevol voor de voormalige Nederlandse Antillen vanwege de Ronde Tafelconferentie die hier werd gehouden; een sleutelmoment in de staatkundige ontwikkeling van de eilanden.

 

Landhuis Brievengat

Landhuis Brievengat stamt uit de 18e eeuw en was ooit een van de grootste plantages van Curaçao, met honderden hectares grond waar onder andere aloë en vee werden gehouden. Het statige huis werd in 1877 zwaar beschadigd door een orkaan en raakte daarna in verval. Toenmalig eigenaar Shell wilde het zelfs slopen, maar gelukkig werd het pand geschonken aan een erfgoedstichting die het zorgvuldig restaureerde.

Het landhuis heeft een grote galerij en een karakteristieke trap in het midden van het terras. Opvallend zijn de vierkante torens op de hoeken, ooit gebouwd als wachttoren maar door de eeuwen heen ook voor andere doeleinden gebruikt. Vandaag de dag heeft Brievengat opnieuw een bruisende rol gekregen: het dient als locatie voor evenementen, concerten en feesten, waarmee het historische gebouw opnieuw tot leven is gebracht.

 

Landhuis Jan Kok

Landhuis Jan Kok is een van de oudste landhuizen van Curaçao. Het huidige gebouw stamt uit 1840 en verving een eerder landhuis uit de 18e eeuw. Het centrale deel heeft een traditioneel zadeldak en rondom staan diverse bijgebouwen. Bijzonder detail: de oude slavenklok hangt nog altijd aan het zuidelijke terras. Het landhuis dankt zijn naam aan de beruchte slavenmeester Jan Kok, die in de 18e eeuw bekend stond om zijn wreedheid. Volgens sommige verhalen spookt zijn geest nog steeds rond het terrein, wat een mysterieuze sfeer toevoegt aan dit historische erfgoed.

Vanaf het terras heb je een prachtig uitzicht over de zoutpannen van St. Marie-baai, waar tegenwoordig vaak flamingo’s te zien zijn. Ooit was de plantage maar liefst 345 hectare groot en draaide voornamelijk op zoutwinning, naast landbouw en veeteelt. Tegenwoordig kun je het landhuis bezoeken: de kleurrijke galerie van kunstenares Nena Sanchez is hier gevestigd, waardoor kunst en geschiedenis samenkomen.

 

Landhuis Savonet

Helemaal in het westen van het eiland, midden in het Christoffelpark, vind je Landhuis Savonet. Dit landhuis is tegenwoordig een museum dat de geschiedenis van Curaçao vertelt, van de eerste bewoners tot de slavernijperiode en de moderne tijd. Het is een van de oudste en grootste landhuizen van het eiland, en een bezoek hier combineert natuur, cultuur en geschiedenis op een unieke manier.

 

Waarom de landhuizen van Curaçao bezoeken?

De landhuizen zijn een venster naar het verleden van Curaçao. Ze vertellen het verhaal van plantages, koloniale architectuur en de mensen die er leefden en werkten. Tegelijkertijd hebben ze een nieuwe rol gekregen: als restaurant, museum, galerie of evenementenlocatie.

 

Of je nu dineert in Brakkeput Mei Mei, kunst bewondert in Bloemhof, likeur proeft bij Chobolobo of flamingo’s spot bij Jan Kok, elk landhuis biedt een unieke ervaring. Samen vormen ze een belangrijk onderdeel van het culturele en toeristische aanbod van Curaçao.